Interview FoodUp! Brabant deel 1

De voedseltuin van Sjef (1)

Een kleurrijke voedseltuin ligt verscholen achter De Brand 14 in Zeeland. Een groen paradijs, maar vooral de plek die Sjef van Dongen zelfvoorzienend moest maken.
Deel 1: op reis door een voedselbos.

“Hier, proef eens. Lekker he?” Een cherrytomaatje, vol smaak, intens zoet. Even verderop buigen de druivenranken bijna door onder hun trossen. Sjef blijft plukken. Een overdaad aan groente en fruit, overal. Sjef nuanceert. De peren doen het niet zo goed dit jaar. En de bloesems van sommige appelsoorten overleefden de late vorst niet. Maar dankzij de diversiteit maakt Sjef zich over droogte, plagen en kou geen enkele zorgen.
Sjef heeft een moestuin en een voedselbos, alles volgens de definities van permacultuur. Bij permacultuur werk je mee met de natuur zonder deze uit te putten. Een voedselbos is een bos met planten in verschillende lagen. Een klein ecosysteem, waarin elk stukje grond en licht worden benut.

Geduld is een schone zaak

Ook op de hectare van Sjef wordt alle ruimte gebruikt. Dat begint al bij het woonhuis, waar druiven, vijgen, kiwi’s en nectarines tegen de gevel klimmen. Het microklimaat doet denken aan Zuid-Frankrijk. Twee kassen staan in de moestuin voor het fruit dat net iets meer warmte nodig heeft.

Een kip duikt weg tussen de planten. Kippen eten slakken en maken er vlees en eieren van. Dankzij de mezen valt niet alle kool aan hongerige rupsen ten prooi. Granen groeien niet op de Brand, die kosten heel veel tijd en energie. Sjef is pragmatisch. De tuin is hobby, de zogenoemde 80/20-regel is heilig: met 20% inspanning naar 80% resultaat.

Dat kost wel even doorzetten. “Geduld is het belangrijkste. We denken tegenwoordig te veel op de korte termijn. Banken ook hoor. Als je op je investering geen terugverdientijd hebt van 3 jaar, dan is er bij de bank niks te halen. Terwijl een voedselbos een paar jaar tijd nodig heeft om op te starten. In het begin hadden we bijna geen opbrengst. Nu, 5 jaar later, is het systeem stabieler: de arbeid kan omlaag, de opbrengst omhoog.”

Tegenwoordig kost de tuin hem gemiddeld twee uur per dag. Groente en fruit zijn er te over, zijn gezin kan het niet op. Een hele nieuwe dimensie van voedselverspilling. Maar wat op de grond valt blijft in de kringloop. Goed voor de bodem. Kunstmest komt er niet in. Smeerwortel vormt een natuurlijk compost. Tussen de blauwe bessen groeien eikjes: de bessen doen het goed met het looizuur in de eikenbladeren. Waar de planten mineralen tekort komen strooit Sjef lava uit de Eifel.

Voedselbos: in rij en bos

“Die gaan met kerstmis in de pan,” zegt Sjef zonder veel omhaal. De kalkoenen zijn zich van geen kwaad bewust. Het blijken fijne moestuindieren: je hoeft ze nauwelijks bij te voeren en ze eten alles, zelfs keiharde hazelnoten zijn voor hun snavels niet veilig. Verderop gaat de moestuin over in een rijbeplanting met grotere bomen en struiken. Hazelaar en appel vormen een voedselproducerende haag. Daartussen groeien aardbeien. Een voedelbos in rijenteelt. Hiermee zou een boer ook een heel eind komen, gelooft hij, want je kunt mechaniseren. Bij een Maashorstboer gaat Sjef op 60 hectare kijken of het lukt.

De moestuin begint steeds meer op een bos te lijken. Al blijft ook dit voedselbos een cultuursysteem: als je nooit ingrijpt wordt het oerbos. Dus kiest Sjef een doelsoort – kers – en zorgt hij dat die het naar zijn zin heeft – met stikstofbinder acacia tussen de kersenstammen. De bomen die het beste groeien blijven staan. De rest verdwijnt vroeg of laat in de openhaard.

Even verderop plonst de hond in de vijver. Niet alleen voor Sjef en zijn gezin is de tuin een paradijs. Zelf een kijkje nemen? Sjef organiseert af en toe rondleidingen. Kijk op fruitzforlife.nl >

(De Voedselbosborrel van het Platform Voedselbossen Brabant en FoodUp! op vrijdag 15 september is helaas vol.)  

http://www.foodupbrabant.nl/de-voedseltuin-van-sjef-1/

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *